iPhone - Persoonlijke hotspot

background image

Persoonlijke hotspot

U kunt persoonlijke hotspot (op de iPhone 4 of hoger) gebruiken om een internetverbinding
te delen met computers of ander apparaten (bijvoorbeeld een iPod touch, iPad of een andere
iPhone) die via Wi-Fi met uw iPhone zijn verbonden. U kunt persoonlijke hotspot ook gebruiken
om een internetverbinding te delen met een computer die is verbonden met uw iPhone via
Bluetooth of USB. Persoonlijke hotspot werkt alleen als de iPhone via het mobieledatanetwerk
met het internet is verbonden.

Opmerking: Deze functie is mogelijk niet overal beschikbaar. Aan deze functie zijn mogelijk extra
kosten verbonden. Neem voor meer informatie contact op met uw aanbieder.
Een internetverbinding delen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Netwerk' en tik op
'Configureer persoonlijke hotspot' (indien beschikbaar) om deze voorziening bij uw aanbieder in
te stellen.

Nadat u 'Persoonlijke hotspot' hebt ingeschakeld, kunnen andere apparaten op de volgende
manier verbinding krijgen:

Â

Wi-Fi: Selecteer op het apparaat uw iPhone in de lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.

Â

USB: Sluit uw iPhone met behulp van de dockconnector-naar-USB-kabel op de computer aan.
Kies 'iPhone' in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren op uw computer en configureer de
netwerkinstellingen.

Â

Bluetooth: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Bluetooth' en schakel 'Bluetooth' in. Raadpleeg
de documentatie bij uw computer voor informatie over hoe u de iPhone koppelt en verbinding
laat maken met uw apparaat.

Zodra er verbinding is gemaakt, wordt boven in het scherm van de iPhone een blauwe band
weergegeven. Persoonlijke hotspot blijft ingeschakeld wanneer u een verbinding maakt via USB,
ook wanneer u geen gebruik maakt van de internetverbinding.

Opmerking: Het Persoonlijke hotspot-symbool ( ) wordt weergegeven in de statusbalk van iOS-
apparaten die gebruikmaken van de persoonlijke hotspot.

Het Wi-Fi-wachtwoord voor de
iPhone wijzigen

Tik op 'Instellingen' > 'Persoonlijke hotspot' > 'Wi-Fi-wachtwoord' en voer
vervolgens een wachtwoord van ten minste acht tekens in.

Het gebruik van uw
mobieledatanetwerk controleren

Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Gebruik' > 'Gebruik mobiele netwerk'.