De statussymbolen
De symbolen in de statusbalk boven in het scherm geven informatie weer over de iPhone:
Statussymbool
Betekenis
Signaalsterkte*
Geeft aan of u zich binnen het bereik van het mobiele
netwerk bevindt, en of u kunt bellen en gebeld worden.
Hoe meer streepjes, des te sterker het signaal. Als er geen
signaal is, ziet u in plaats van streepjes de tekst 'Geen
service'.
Vliegtuigmodus
Geeft aan dat de vliegtuigmodus is ingeschakeld. In dat
geval kunt u niet bellen of gebeld worden, hebt u geen
toegang tot het internet en kunt u geen Bluetooth-
apparaten gebruiken. Niet-draadloze voorzieningen zijn
wel beschikbaar. Zie “Vliegtuigmodus” op pagina 173.
UMTS
Geeft aan dat het 4G UMTS (gsm)-netwerk van uw
aanbieder beschikbaar is en dat de iPhone via dat netwerk
verbinding kan maken met het internet. (Alleen op de
iPhone 4S. Niet overal beschikbaar.) Zie “Netwerk” op
pagina 179.
UMTS/EV-DO
Geeft aan dat het 3G UMTS (gsm)-netwerk of het EV-DO
(CDMA)-netwerk van uw aanbieder beschikbaar is en dat
de iPhone via dat netwerk verbinding kan maken met het
internet. Zie “Netwerk” op pagina 179.
EDGE
Geeft aan dat het EDGE (gsm)-netwerk van uw aanbieder
beschikbaar is en dat de iPhone via dat netwerk
verbinding kan maken met het internet. Zie “Netwerk” op
pagina 179.
GPRS/1xRTT
Geeft aan dat het GPRS (gsm)- of 1xRTT (CDMA)-netwerk
van uw aanbieder beschikbaar is en dat de iPhone via
dat netwerk verbinding kan maken met het internet. Zie
“Netwerk” op pagina 179.
12
Hoofdstuk 1
De iPhone in één oogopslag
Statussymbool
Betekenis
Wi-Fi*
Geeft aan dat de iPhone is verbonden met het internet via
een Wi-Fi-netwerk. Hoe meer streepjes, des te sterker de
verbinding. Zie “Wi-Fi” op pagina 173.
Persoonlijke hotspot
Geeft aan dat de iPhone is verbonden met een andere
iPhone die als hotspot voor uw apparaat dient. Zie
“Persoonlijke hotspot” op pagina 176.
Synchroniseren
Geeft aan dat de iPhone wordt gesynchroniseerd met
iTunes.
Netwerkactiviteit
Geeft de netwerkactiviteit weer. In bepaalde apps van
andere fabrikanten kan dit symbool worden gebruikt om
een actief proces aan te geven.
Doorschakelen
Geeft aan dat 'Doorschakelen' is ingeschakeld op de
iPhone. Zie “Doorschakelen” op pagina 67.
VPN
Geeft aan dat het apparaat via VPN met een netwerk is
verbonden. Zie “Netwerk” op pagina 179.
Hangslot
Geeft aan dat de iPhone is vergrendeld. Zie “De aan/uit-
knop” op pagina 10.
TTY
Geeft aan dat de iPhone is ingesteld voor gebruik met een
TTY-apparaat. Zie “TTY-ondersteuning” op pagina 171.
Afspelen
Geeft aan dat er een nummer, audioboek of
podcast wordt afgespeeld. Zie “Nummers en andere
geluidsbestanden afspelen” op pagina 82.
Staande paginarichting
vergrendeld
Geeft aan dat de staande paginarichting op de iPhone
is vergrendeld. Zie “Het scherm staand of liggend
weergeven” op pagina 22.
Wekker
Geeft aan dat er een wekker is ingesteld. Zie “Een wekker
instellen” op pagina 115.
Locatievoorzieningen
Geeft aan dat een onderdeel gebruikmaakt van
locatievoorzieningen. Zie “Locatievoorzieningen” op
pagina 175.
Bluetooth*
Blauw of wit symbool: Bluetooth is ingeschakeld en
gekoppeld met een apparaat.
Grijs symbool: Bluetooth is ingeschakeld en gekoppeld
met een apparaat, maar het apparaat is buiten bereik of
uitgeschakeld.
Geen symbool: Bluetooth is uitgeschakeld of niet
gekoppeld met een apparaat.
Zie “Bluetooth-apparaten” op pagina 35.
Bluetooth-batterij
Geeft de lading van de batterij aan van een ondersteund
gekoppeld Bluetooth-apparaat.
Batterij
Geeft de lading van de batterij of de oplaadstatus aan. Zie
“Batterij” op pagina 37.
* Het gebruik van bepaalde accessoires met de iPhone kan de draadloze prestaties beïnvloeden.
13
Hoofdstuk 1
De iPhone in één oogopslag